Door: Henri Walterbos
BELTRUM – Als in Beltrum de kreet ‘De Ondergrondse’ valt weet iedereen waar je het over hebt. Geen voormalige verzetsgroep uit de tweede wereldoorlog, maar wel een groep onverzettelijke Beltrummers die bergen werk verzet ten behoeve van hun geliefde voetbalclub. De groep kent geen statuten maar wel een officiële oprichtingsdatum, 29 november 2010. Deze week 10 jaar geleden. Vanwege coronamaatregelen zit een bezoek aan deze groep trouwe vrijwilligers er niet in, maar geen reden om er niet de schijnwerpers vol op te zetten. Aanjager en verbinder Bennie te Veluwe spijt het enorm. “Bijzonder jammer dat wij niet met de complete groep rond de tafel kunnen, maar het is nu eenmaal zo. Ik had de groep ook graag een keer op een stoel bij elkaar gezet in de middencirkel en dan in het midden staan en iedereen aankijken ‘hoe geet ’t dan met ow, met ow, met ow?’ Even de tijd ervoor nemen. Sociaal gezien, doet corona ook veel met deze groep. Het zijn zware tijden voor iedereen. Ik heb de gemeente gevraagd of dat mocht. Ze vonden het een prachtig idee, maar het mocht niet. Begrijpelijk, gezien de maatregelen.” Het is sociaal dier te Veluwe ten voeten uit. Maar snel gaat hij weer over tot de orde van de dag, schakelt hij snel. “Ie mot wieter. Zo is ’t toch?” Werk wordt er ondanks corona nog wel degelijk verzet op sportpark de Sonders, het fraaie visitekaartje van de dorpsclub. Alles binnen de maatregelen. “Het onkruid en het gras blijft wel groeien, de ruimtes moeten wel dagelijks geventileerd worden, doorspoelen, voorkomen van legionella, en de eikels en de bladeren blijven vallen. Groepjes maken, met zijn tweeën diverse hand- en spandiensten uitvoeren, verdeeld over de gehele week, geeft wel wat mogelijkheden.”
‘Onzichtbaar werk’
De naam ‘Ondergrondse’ is geen alledaagse naam. Dat behoeft uitleg. Te Veluwe hierover; “Wij werken veel voor het welzijn van de natuur dat zich onder de grond bevindt. Alles zoveel mogelijk laten bloeien. ‘De Ondergrondse’ heeft ook iets van ‘onzichtbaar verzet.’” Het was het toenmalige voetbalbestuur van Vios dat in 2010 enkele vutters benaderde met de vraag of zij bereid waren om hand- en spandiensten te gaan verrichten voor de club. “Dit kwam mede door het feit dat de gemeente de sportaccommodaties wilde gaan privatiseren en zo het onderhoud wilde afstoten richting Vios.” Er werd een groep vutters bereid gevonden. Met elkaar gingen ze aan de slag. Al snel vonden verschillende personen van de groep het ‘te hooi en te gras’ maar wat doen maar niks. Er moest een duidelijk plan komen, met hoe en wat, en er moest ook meer organisatie en structuur komen. Legendarisch hierbij waren volgens te Veluwe de woorden van Bennie Luttikhold: “As wielle d’r straks neet meer bunt, meugt ze best zeggen dat wielle een stelletje pradden waren, maar zie hebt d’r wal wat neer ezet bi-j Vios”. Bennie schatert. Het was de voormalig voorzitter en boegbeeld van de club die gevraagd werd deze taak op zich te nemen. “Na een paar weken kwamen ze er al snel achter dat al het werk, met veel liefde verricht, aan het onderhoud van de velden, te niet kon worden gedaan door een paar wedstrijden te spelen op natte velden. ‘Doar doot wielle ’t neet veur, wat doot ze ok op velden, bi-j dat slechte weer. Loat ze d’r afblieven. Snap neet, dat ‘t bestuur neet ingrip, zee mot better optreden’, werd er gefoeterd. ‘Bennie ie kent dat bestuur good en vertel ie hun moar dat ’t zo neet langer wieter kan. Anders scheidt wielle d’r met oet”. De taak is te Veluwe op het lijf geschreven.
Levenswijsheid en levenservaring
Mensenmens te Veluwe bleek de ontbrekende schakel, mede en misschien wel vooral door zijn manier van leidinggeven en aansturen. Sindsdien functioneert de vrijwilligersgroep, allen 70+, als een geoliede machine, met al zijn eigen karakters. Hij vertelt dat hij onlangs een professor in managementtechnieken sprak en hem vertelde dat hij momenteel leiding gaf aan een groep mensen die voor hem de moeilijksten uit zijn carrière waren. “De professor vond dat niet raar. ‘Bennie,’ zegt ie, ‘65-plussers menen allemaal dat ze de wijsheid in pacht hebben. Die laten zich niets meer zeggen. Ze hebben immers, stuk voor stuk, een enorme levenswijsheid en levenservaring in hun bagage. Zorg dat je ze met plezier laat functioneren, dan komt de output vanzelf’”. En zo beschikt Vios ondertussen over een team van 16 personen, met achtergronden als bouwvakker, elektricien, loodgieter, schilder, tuinman, chauffeur, monteur. Een tikkeltje eigenwijs en eigenzinnig soms als bepaalde onderwerpen ter sprake komen. “Over het onderhoud van de natuur- grasvelden waren de meningen nogal verdeeld. De een vond dat er meer kunstmest gezaaid moest worden, de ander zei ‘de alekoare’, een ander weer dat er te kort gemaaid werd, meer water geven. De spanningen liepen soms zo hoog op dat men besloot om een onafhankelijke, neutrale deskundige ‘grassoloog’ aan te stellen waar elk lid zich aan diende te conformeren. Ondertussen zijn de betreffende velden redelijk op orde. Begonnen met een teelaarde dikte van 1 á 2 centimeter zit men ondertussen richting de 10 centimeter. Het doordacht en met beleid onderhoud voeren, volgens een vaststaand plan, begint zijn vruchten af te werpen.” Ook wordt er gewerkt volgens het principe ‘wat met oliedruk kan moet je niet met bloeddruk gaan doen’. “Niet hard maar slim werken, effectiviteit goed in de gaten houden. Wat ook belangrijk is, is dat onze mensen allen een groot netwerk hebben. Bij menige ondernemer zijn ze zogezegd kind aan huis en worden ze geholpen en ondersteund. Dag en nacht kunnen zij een beroep doen op de plaatselijke middenstand. Een complete service bus met monteur staat ter hun beschikking.”
Voorstander kunstgras
Tijdens het onderhoud van de velden vroegen de mannen zich op een gegeven moment af hoe het eigenlijk met de drainage gesteld was op het complex. “Eén van de ontdekkingen was dat er een lichtmast dwars door een afvoer was geplaatst. Daarna werden er meer dan 150 drains geïnspecteerd en schoongemaakt. Ondanks alles, bleef het in bepaalde perioden toch drassig op de velden. Na al deze ervaringen werd ‘de Ondergrondse’ om die reden een warm voorstander van kunstgras.”
Met alle vakkennis en vakmanschap in huis wordt geen klus geschuwd, gaan de handen uit de mouwen. “We hebben de kleedaccommodatie gerenoveerd en uitgebreid. Men wilde graag een aparte kleedkamer voor meisjes en een goeie fysioruimte. Een hele klus. De bouwploeg van ‘de Ondergrondse’ heeft wekenlang ziel en zaligheid in de klus gelegd. Slopen, opbouwen, sleuven frezen, aansmeren tegels zetten, niet was hun te veel. Portocabines werden er geplaats. Ook een helse klus.” Allen grote financiële meevallers vanwege deze onbetaalbare krachten. Toch zat het ook financieel wel eens tegen. Te Veluwe klinkt somber als hij terugkijkt. “De warmwatervoorziening met aandacht voor de legionella bestrijding heeft Vios rond de € 25.000 extra gekost. Wat was namelijk het geval. Toen leden van de Ondergrondse ’s nachts opgebeld werden dat er mensen aan de het douchen waren bleek bij nader onderzoek dat er een relais bleef hangen, die onder de vloer van de kleedkamers zat waardoor de douches door bleven lopen. Om het douchewater te kunnen stoppen moest men dus onder de vloer kruipen. Tot overmaat van ramp bleek er ook nog eens 75 centimeter water onder de vloer van de kleedkamers te staan. En dat in het holst van de nacht, maar het gebeurde wel.” Alle uren die de mannen zich inzetten voor de club zijn ‘liefde werk, oud papier’. “We drinken af en toe een gezellig biertje met elkaar, hebben dan de grootste schik. ‘De Ondergrondse’ is misschien wel het beste ingespeelde team van Vios. En niet meer weg te denken. Prachtig.”
De mannen zijn trots op hun werk, of nog meer eigenlijk de trots dat hun club de uitstraling heeft die het verdient. “De entree naar het sportpark vonden we niet geweldig, niet uitnodigend. Toen de mogelijkheid zich voordeed om een mooie fietsstalling voor niets op te halen in Ruurlo werd ook deze klus voortvarend opgepakt. ‘De Ondergrondse’ streeft naar een bovengemiddelde accommodatie met een goeie uitstraling.”
Schoonmaken
Het lijstje van vaste werkzaamheden werd uitgebreid met een klus waar men niet op zat te wachten eigenlijk; schoonmaken. “Dat wilden we eigenlijk niet doen, maar na het wegvallen van de mensen die dat deden werd over het hart gestreken en afgesproken dat zowel de vloertegels als de wandtegels worden schoongemaakt. Een niet geringe klus. Elke week wordt alles weer ‘spic en span’ opgeleverd. Dagelijks wordt er een rondgang gedaan door de huismeester en gekeken in alle hoeken en gaten of er nog iets niet in de haak is. Als er gevoetbald wordt worden vrijdagmiddag de kalklijnen erop gezet en de velden aan een laatste inspectie onderworpen.” Te Veluwe rekende ‘voor de gein’ het aantal uren vrijwilligerswerk van zijn mannen uit. “Zo’n 7500 vrijwilligers uren op jaar basis. En het blijft niet alleen bij arbeid. Vios zelf heeft nagenoeg geen gereedschap, dat brengen ze zelf mee. Of het nu een aanhanger, motorzaag, rugspuit of een hamer is, alles wordt van thuis meegebracht.”
Toekomst
‘De Ondergrondse’ denkt dat de grote klussen op de Sonders voorlopig wel geklaard zijn, dat er een tijd komt van stabiliseren. “Onderhouden, in stand houden en her en der verbetering aanbrengen, wordt nu het devies, maar er is nog werk zat hoor. Er is nog een lijst ‘nog uit te voeren werken’ met meer dan 50 klussen. Momenteel is ‘de Ondergrondse’ bezig met de aanleg van een nieuw terras. Klinkers uit het centrum van Eibergen worden wederom duurzaam hergebruikt.” Ondertussen heeft Stichting Jongeren Beltrum (SJB) de Ondergrondse benaderd of zij willen onderzoeken of er een ijsbaantje kan worden gemaakt op het sportpark bij Vios. “Gedacht wordt om het beachveld bij vorst onder water te gaan zetten en zodoende een ijsbaantje te creëren. Makkelijker gezegd dan gedaan. Men is er ondertussen al wel achter gekomen dat een ijsbaantje maken een kunst op zich is. Voordeel is wel dat daar ter plekke water en licht aanwezig is.” Ook doen het Stichting Volksfeest Beltrum (SVB) en PigPop vaak een beroep op de ondergrondse voor diverse hand- en spandiensten. “Afgelopen zomer heeft het SVB het kermisterrein nog beregend. Was ‘de Ondergrondse’ er niet geweest dat was het kermisterrein nu waarschijnlijk een ware woestijn geweest.”
Welkom
Over de toekomst van de bezetting en instandhouding van de groep is Bennie niet gerust. “Daar ligt een grote bedreiging voor Vios. Door maatschappelijke veranderingen, zoals de stijgende pensioenleeftijd, zal het steeds moeilijker worden om goede en jonge aanwas erbij te krijgen. Een ramp voor menige club. Wie van de ‘jongeren’ wil dit werk nog doen? Mensen zijn vaak al zo druk, maar het is zo leuk,” wil hij zijn oproep kracht bij zetten. “Zoek je ‘werk’ dat je zelf mag invullen van hoe, wat en wanneer? Wil je meer sociaal contact en hou je van van geneugelijk, kom d’r bi’j…. Welkom!,” sluit Bennie lachend af.